Bij nader inzien, altijd achteraf


Het is alweer langer dan twee weken geleden dat ik heel verbaasd voor mijn deur stond en de sleutel in het sleutelgat stak. Huh, ik heb een huis hier? Ik wóón hier?? Dat de magische plek daar in Drenthe je opslokt is op zich algemeen goed, maar dat het zo ver zou reiken tot aan mijn voordeur in de hoofdstad had ik ook niet verwacht. Ik weet niet of er überhaupt zoiets als verwachtingen waren, niet over een bestaand leven ná kamp. Geen idee. Maar ineens stond ik voor mijn rode voordeur en waren er drie weken om. Drie weken van hard werken, zingen voor je ziel en zaken die er echt toe doen. Zoals eten en buiten zijn en proberen oogcontact te maken tijdens een maaltijd en te kijken hoe iemand zich voelt. En uitspreken hoe je je zelf voelt. Het is zo moeilijk te omschrijven, maar ik wil zo graag de woorden vangen om het gevoel te verzegelen op mijn huid, in mijn huid. Of eigenlijk nog dieper, dat het zich verweeft in mijn hele wezen en er een kamertje in mijn hart is waar ik het soms kan ophalen en dan in dat gevoel kan gaan zitten. Dat het mij mag omhullen als een warme wollen deken.

Wat voor gevoel dan? Nou.. Dat gevoel wanneer iedereen tevreden pap eet en je een blik wisselt en beseft: ohja, dit is het. Of wanneer je mag voorlezen bij de jongste jongenstent en dat bij iedereen de flop van de dag was dat de lummel-tijd niet door kon gaan. De puurste emotie en het belang van lummeltijd. Ik glimlach en wordt vervuld met liefde. Ohja, dit is het. Je hart smelt dan een beetje. Je hart smelt ook een beetje als je door de muzikant geleid samen tot één harmonie komt en omhoog kijkt naar de sterren en je letterlijk je ziel vervult met vreugde en liefde. Ohja, dít is het.

Natuurlijk hals over de kop, want hoe anders, kwam ik aan daar op een leeg terrein en hoog gras tussen de bomen. Van de ene wereld in de ander, beiden vol van liefde en het raken van mijn ziel. Maar enigszins verdwaald en in hoge stress stand begon het dan. Confrontatie met het zelf en de rol die je vervult. Hoe moet dat dan? Hoe doe ik alles tegelijk? En ohja delegeren. Nou zo eenvoudig is dat niet en ik voelde me zo kwetsbaar. Nu een tijd na het terugkeren in de buitenwereld kan ik het iets meer in perspectief plaatsen. Ietsje. Ik weet nog niet zo goed wat ik wel en niet voel. Wel dat de spanningsboog af is en mijn lichaam van zich heeft laten horen. Er is hard gewerkt. Ongelooflijk hard met een toewijding die ik zelden in studie gerelateerde zaken heb gezien. 'We did it' schiet er door mijn hoofd én lijf. Ik voel het; langzaam komt het kampgevoel over mij. 

Bij nader inzien, altijd achteraf hoor ik Spinvis ergens ver in mijn gedachten zingen.

De tijd op Berka is niet echt te grijpen. Ineens begon voorkamp en bouwde we negen monsoons op. De fysieke arbeid deed me goed en binnen twee dagen waren we terug in de wondere wereld van Berka Kinderkamp. Nog zonder kinderen, maar met een speels enthousiasme, geregeld zon en zingen op de brink. We waren nu écht aangekomen. Het terugzetten van de klok doet meer dan de cijfers doen vermoeden. Het brengt ons in die o zo fijne bubbel, in die o zo fijne andere binnenwereld. Het brengt ons dichterbij elkaar. En verder van niet ter zake doende zaken.
We zingen, we maken pap, we houden siësta. De eenvoud schept ruimte voor verdieping en verbinding. 

En al lijkt eenvoud te zeggen dat 't makkelijk is, brengt dit juist confrontatie met zich mee. Confrontatie op een diepe essentiële laag, met bijbehorende levensthema's en die ene prangende vraag. Wie ben ik?
En daaropvolgend: En hoe verhoud ik mij tot de mensen om mij heen?
Ieder in zijn of haar eigen jas(of na een tijdje in dezelfde?), met een eigen verhaal, met een eigen kijk op de wereld. We voeren een gesprek over naakt, de een vindt dit misschien soms praktisch, de ander ook wel eens provocerend. Het lichaam is ons voertuig, waar brengt het je naar toe? Mag je volledig zijn zoals je wilt? Van (misschien vooral) jezelf?
Op welke manier houd je rekening met de ander en in welke mate moet je rekening houden met de ander? De dagen verstrijken en de fundering wordt steviger. We hebben de buitenwereld los kunnen laten, zijn nu echt hier, klaar voor wat er komen gaat.

Er is een strak uitgedachte binnenkomst, Het verwelkomen van de kinderen en ouders in Griekenland voeren we uit als een geoliede machine. Ietwat voorzichtig zingen we ons lied en dan nemen we de kinderen mee. Mee naar een andere wereld waarin ook zij een uur teruggaan in tijd, maar misschien is er wel niet echt zoiets als tijd waar we ze mee naar toe nemen. We gaan naar hogere Griekse sferen waar er samen gespeeld, geleerd, gelachen en gehuild mag. Nu zijn we echt begonnen. Elk jaar weer vergeet ik hoe fantastisch kinderen zijn. Bij het plakken van het eerste stickertje komt het besef: ohja, dit is het.
Natuurlijk, we krijgen dertien dagen goud in handen.

En zo vult het terrein zich en glinstert het goud overal tussendoor. Ook bij elke traan, bij elke prikkel, bij elk moment van vastlopen. Bij nader inzien, altijd achteraf. De regendruppels vallen en het wordt donker. Onweer, wind en heftige regen maken dat je de natuur voelt op een heel andere manier. Het heeft stiekem ook wel wat. Ik voel het in mijn lijf. 
Iedereen is veilig en de tenten ook nadat er hier en daar een bezem omhoog werd gehouden en er extra zeilen zijn gespannen. Uiteindelijk komt alles goed.
Het vertrouwen van de baas (haha, grapje lieve schat) straalt door op ons, we mogen onszelf zijn en laten zien. 
Nu zijn we écht begonnen.

Liefs,
Revers

Reacties